Vele handen
Dansen
Over mijn lichaam.
Positioneren mijn been.
Trekken aan
Mijn borsten.
Mijn gedachten gaan heen.
Wees stil.
Sta stil.
Beweeg niet.
Trek de adem dieper,
De adem die je inhield.
Ik volg het commando op autopilot.
Doe de acties en herhaal het.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Zolang ik maar niet hoef te denken. Zolang ik maar niet hoef te zijn.
Dissociëren uit gewoonte.
Een uiting van pijn.
~*~
Lief lichaam,
Te vaak ben ik gemeen tegen je.
Je doet niet wat ik wil
En mijn hele leven ligt stil
Terwijl ik stil lig.
Te vaak ben ik hard tegen je.
Duw ik ruw tegen je grenzen
Omdat al mijn wensen
Zwaarder wegen dan de jouwe.
Te vaak vertellen mensen mij
Dat ik niet hard genoeg ben
Als ik mij limieten niet ontkent
En dat ik te jong ben voor dit alles.
Te vaak fluisteren ze gillend
“Het zit tussen je oren”.
Al die mensen wanen zich doctoren
Die mij allemaal het beste kennen.
Ik wil leren zachter te zijn maar ik weet niet hoe.
Niemand heeft mij ooit verteld hoe ik dat moet doen.
En als ik zachter ben, zullen ze dan harder zijn met jou en mij?
Lichaam, je voelt nu al niet alsof je van mij mag zijn.
~*~
Geen keuze in wie jou aanraakt,
Wanneer en waar.
Geen keuze in wie oordeelt en
Veroordeelt of staart.
Geen keuze in zichtbaar zijn,
Wanneer ik uiteindelijk buiten kom.
Ik voel mij een maatschappelijk goed,
En compleet afgestompt.
Een lichaam waarvan consent
Word ontkent.
~*~
Ik ben niet van mijzelf.
Ik behoor tot de meningen,
De vooroordelen,
De diagnoses en mijn
Energie verdelen.
Ik behoor tot de
Ontoegankelijkheid die
De maatschappij gekozen heeft.
Tot de validisme
Die in het leeft.
Ik behoor tot pijn die onbehandeld blijft.
Ik behoor tot de eugenetica die maar niet sterft.
Ik behoor tot de familiegeschiedenis die ik erf.
Ik behoor tot alles waartegen ik strijd.
Wanneer behoor ik tot mij?
~*~
Soms voel ik je onder mijn eigen handen.
Voelt het anders als IK je aanraak,
Als MIJN vingers de vorm van mijn armen volgen?
Soms raak ik je aan met mijn tanden
Om te proeven wat anderen zien.
~*~
Ik erken.
Ik weet niet wie je bent,
Maar jij en ik
En elke centimeter.
We zijn zo vaak samen.
Ononderbroken.
Alleen in donkere kamers.
Alleen in de pijn.
Alleen in de vermoeidheid.
Alleen in de wegtikkende tijd
En in onze gebrek aan echte rust.
Ik beken.
Dit zou zoveel makkelijker zijn
Als ik luister naar jouw stem.
Als ik mijn weg vind
Tussen de beperkingen
En al de dingen die ik bemin
En nog wel kan doen.
Jij en ik één ding.
Ik ben de kapotte brug
Tussen mijzelf
En echte rust.
~*~
Controle is een mythe.
Keuze is beperkt.
Wat ik belichamen wil is acceptatie.
Ik ben wat ik heb.
En al die handen,
Vermoeidheid
En vingers in rare standen,
Wissen mij niet uit.