Een schaap in wolfskleren in schaapskleren dat ben jij,
Als iemand eigenlijk al kan weten wie jij bent.
Je bent bang om het als iets neps te zien,
Te nep om je echts te bekijken.
Ik neem afstand van je woorden,
Die als daden over messen over mijn hoofd hing.
Ik neem afscheid van je tijdelijk
En tijdig genoeg elke keer.
Net zolang tot dat het geen pijn meer doet
En alles voor altijd is.
Elke keer dat je terugkomt,
Probeer je de mes een beetje dieper in mijn rug te duwen.
Maar dat mes is er al lang niet meer.
Ik vergeet steeds meer wie je was.
Ik vergeet steeds meer wie je moest zijn.
Totdat ik eindelijk vergeet dat ik van je gehouden hebt.
En wie ben ik dan?
Wie ben ik nu?
Geen idee,
Maar ik ga het uitvogelen.
De ik die ik is omdat ik ik wil zijn,
En niet omdat ik geesten
Een pleziertje doe
Omdat ik aan verwachtingen wil voldoen.
Tja, en wie ben ik dan?
Ik denk dat je dat nooit zal weten,
Zoals je het nooit geweten hebt.
Ik denk dat dat uitvogelen
Mij veel plezier zal doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten