donderdag 20 augustus 2015

De Reis

pt I De Zwerver

Soms wou ik dat het stil was,
Zo stil als in de heuvels
Waar zelfs de echo niet weerklinkt.

Soms wou ik dat het stil was
Maar toch niet helemaal.
Ik wil het kraken horen
Van de bladeren
Onder mijn delicate voetjes
Die nu niet stampen,
Stampen,
Stampen,
Als ze wel doen in de stad.

Ik ben een zwerver met een thuis,
Een zwerver met een thuis
In hart en nieren,
Een zwerver met een thuis.

Groen trekt aan mijn armen,
Ik neem het met liefde op in mijn handen,
Weg van hard, weg van koud, weg van de weg
En terug naar de veiligheid.
Terug naar de thuis, kleine zwerver.

pt II De Herinnering

Stil plaats ik mijn voet voor de ander.
Ik wil nooit meer mijn ogen sluiten.
Nee zelfs niet om te knipperen
En ook mijn adem hou ik in.

Met mijn vingers verken ik
Een ander gebied van jou.
Hier ben ik nooit geweest,
Zelfs al ben ik in je geweest,
Jaren geleden.

Keer op keer,
Keer op keer,
Keer op keer.

Ik wou dat ik je beter kon,
Jij die ik niet vergeten kan.
Jij die niet weet dat ik je altijd herken.
Maar ik was nog een kind,
In mijn hart.

Nu ben ik een reiziger,
Een welgeruste avonturier,
In dat hart van mij
En ik wil je zien,
Naakt zien,
Zoals de natuur is bedoeld.

Laat mij jouw hart zien
En ik leg de controle in jouw handen.
Wat mag ik zien en wat niet?
Net genoeg tot ik niet verdwalen kan
In jouw ogen.

pt III Zonder Einde

Laat er geen einde aan komen,
Aan de rust die ik nu voel in dat hoofd van mij,
Gepaard met die electrische energie
Die alle artiesten overwelmd,
Soms.

Laat er geen einde aan komen,
Aan de warme bries in dat hoofd van mij,
Die er voor zorgt dat ik alles ziet,
Voor ik het kan vergeten,
Of niet.

Laat er geen einde aan komen,
Aan die zachte kussens in dat hoofd van mij,
Die mij opvangen voor ik kan vallen,
In de harde werkelijkheid,
Binnen in.

Nee laat er geen einde aan komen,
Aan de zomerregen in dat hoofd van mij,
Die wegspoelen waar ik niets aan heb
En wortels geven aan diepe gedachten,
Als ik wil.

pt IV Leven

De stilte gebiedt.

Hier zit ik dan,
Met mijn thee naast mijn handen
En mijn vingers op de toetsen
En ik vraag mij af:
Wat betekend tijd?
Wat is nu eigenlijk wijsheid?

Ik laat geen ruimte voor mijn problemen
Totdat ze overwelmen en al wurgend alles zijn.
Hier mag ik alles even vrij geven, voor even,
Om weg te vliegen en alles met helderheid te zien.

En zelfs al weet ik niet wat ik moet doen,
Ik weet wel wie ik voor mijzelf moet zijn,
Een heler, een koningin, een zwerver
En eigenlijk gewoon iemand die kan toegeven
Ik weet eigenlijk niet wat ik aan het doen ben.

Maar het gaat nu gewoon even om het nu.
Het nu is nou mijn leven.
De warme slok thee in mijn keel
En de verlangende toetsen onder mijn vingers.

pt V Wat ik weet

Er is eigenlijk geen les te leren, hoe intens ik ook schrijf.
Niet deze keer.
Het is gewoon niet belangrijk op dit moment.
Niet nu.

Wat ik weet is dat ik mijn voeten wil zetten in de bossen om mij heen.
Wat ik weet is dat ik wil zien wat ik eigenlijk nooit eerder heb gezien.
Wat ik enkel maar weet is het hier en nu en de volgende seconde.
Wat ik enkel maar weet is rust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten