Volgens
jou ben ik zo´n beestje.
Ja
je weet wel wat ik bedoel.
Zo´n
eentje die zonder botten
Op
de vloer rolt en haar pad niet eens voelt.
Ja
je weet wel, zo´n eentje zonder ruggegraat!
Die
niet eens durft al de dingen
meer
te doen die jij vind dat ik moet doen
En
die zonder een protest mensen als jij
op
haar moet laten stampen elke ochtend vroeg
Omdat
ik dat ook gewoon moet kunnen.
En
als ik mijn mond open.
Als
ik zachtjes praat of hard schreeuwt
Zet
je je voet op mijn mond en zegt
Amoebes
kunnen niet praten en wat jij vergeet
Is
dat alles en iedereen behalve jij gelijk heeft
En
dat je dus niet kan protesteren, stinkbeestje.
Niemand
heeft wat aan jouw kant van het verhaal.
Hoe
kan jij nou weten wat goed voor jou is?
Na
al die jaren, decennia ziek zijn, hoe kan jij het weten,
Zelfs
als het jij is die de prijs betaald?
En
al die jaren later, na al die jaren van gevecht.
Staat
niemand die dat zei nog aan mijn zeide,
Staat
niemand daarvan nog recht.
Want
ik had mijn ruggegraat genomen van onder
de
schoenzoelen van zware schoenen op mijn lichaam
En
wonder boven wonder, wonder boven wonder,
was
het intact.
En
nu als iemand al die dingen tegen mij zegt,
Dan
zie ik de woorden die hij eigenlijk meent.
Ik
geloof je niet, jij leugenaar, wat slecht.
Daarvan
kan ik mij niet verdedigen,
Die
dingen die zijn ronduit onwaar.
Ik
kan je vragen te luisteren, te wegen,
en
zien wie ik ben.
Ik
ben geen beestje zonder ruggegraat.
Ik
maak mijn keuzes, ik maak mijn lessen,
Ik
weet wat ik kan en wat ik laat
Is
anders dan jouw wensen.
Maar
dit is mijn gevecht, en niet de jouwe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten