Ik staar naar buiten
Door een raam.
Mijn warme adem maakt wolken op het koude glas.
Ik ben niet alleen.
Ik kan nooit alleen zijn,
Het is altijd hetzelfde verhaal,
Dezelfde stemmen en hetzelfde geluid,
En ik probeer te denken.
Ik denk in de termen van het kwaad,
Die zich om mij heen heeft gestrengeld
En bij mij naar binnen glijd
Via mijn ogen.
Via mijn ogen die de beelden zien
Die het kwaad in mijn hoofd heeft geprojecteerd.
Stilte.
Er is geen stilte.
Er is nooit een moment stilte.
Nee, er is nooit een moment van stilte in mijn hoofd.
De wereld buiten mij doet mij pijn.
De wereld om mij heen doet mij pijn,
Omdat de wereld in mij mij pijn doet.
En ik kan mijzelf niet verbergen,
Ik kan mijzelf niet verstoppen voor mijzelf,
Voor wat ik mijzelf aan kan doen,
Wanneer ik alleen ben.
Ik mis mij.
Ik mis mijzelf.
Ik mis wie ik ooit was,
Al weet ik niet meer wie ik toen was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten