De dagen zijn kort
En de herinneringen lang.
Ik weet nog altijd wie je bent.
Ik heb geen blauwe plekken
Die mij aan jou herinneren,
Al was een pantser zelden genoeg.
Blauwe plekken vervagen
Wanneer gedachten toenemen.
Ja,
Rood trekt de
Strijdende gewonde
Over het slagveld.
Zoekend naar een herkenningspunt
En naar heling
Van de open wonden.
Ooit dacht ik dat ik wilde vuren moest maken
Om mijzelf maar warm te houden.
Het is acceptatie
Die mij weer tot leven bracht.
Die goede ouwe verpleegster
Die mij vertelde
Hoe tijdelijk het was.
En ik hou van het leven.
Ja ik hou van het leven.
Ik hou
Van het
Leven.
Ik denk niet altijd meer aan jou
En de dwang vervaagd
Tot een spiegelbeeld
Van wat ooit was.
Ik denk niet altijd meer aan jou
En mijn glimlach
Brengt rimpeltjes
Onder en naast mijn ogen.
Er is een lange weg te gaan,
Maar op dagen als vandaag,
Met de vogels in mijn oren
En de zon op mijn rode haren,
Ben ik echt gelukkig.
Deze gedachte stop ik niet in een doosje,
Maar ik hou het vast in mijn handen
En breng het een hommage
In de vorm
Van pure woorden.
De pen zegt,
Vandaag heeft de dichter haarzelf weer gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten