Iedereen zal je verlaten,
Zijn de woorden die je toen zei.
Alleen ik ben voor altijd.
Ik wist niet hoe gelijk je het had
Toen ik je de deur wees
Met mijn blauwe ogen
En de wonden op mijn handen.
Ik breek benen
Zodat mensen niet kunnen rennen
En ik breek soms banden
Voordat men mij verlaten kan.
Ik trek mij terug
En laat mijzelf in de diepte vallen
Of ik hou vast
Tot ze niet meer kunnen ademen.
En ik ben bang dat mensen mij vertellen van mijn fouten,
Mij zien zoals ik mijzelf zie,
Omdat ik nooit vergeten kan wat ik allemaal fout deed.
En jij,
Jij gaat niet weg.
Ik sluit mijn ogen
En daar sta je groot.
Met weer een stukje van mijn hoofd
En een stukje van mijn ziel,
En je brengt de herinneringen
Die ik kwijt wil.
Ik wou dat ik wist hoe ik schreeuwen kon.
Ik wou dat ik wist wat rust was,
Maar door jou jaag ik op dromen
En op de woorden van de mensen
Die ik ook bang ben kwijt te raken.
Ik wou dat ik wist wat rust was,
Want dan komt de moment dat
Ik de mensen in mijn leven durf te geloven
En jou vergeet
En dat mijn innerstem nooit meer 'Hou van mij!' smeekt.
Want ik ben het waard, zelfs zonder het te vragen.
Ik ben de liefde waard.
Ik ben de liefde waard.
Ik ben het waard om omringt te worden door mensen
Die mij zien zoals jij mij nooit zag,
Maar nu geloof ik nog dat ik niet mooi ben,
Niet sterk, niet hard, en nog niet klaar
Om jouw stem uit te zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten