Daar loop je dan, mijn prins.
De wind speelt hardhandig met jouw haren
En jouw haren spelen met jouw gezicht.
De straten nog nat en onverlaten.
Daar loop je dan, samen.
Want daar is de plek waar ik het liefst ben op die momenten
En dat is wat jij weet.
De middaglucht gevuld met de geur van natte bladeren
Nog in de grip van de storm die woeit.
Dichter bij natuur dan ik mij normaal voel
Herinner ik mij die dagen
Dat de regen mij een reden gaf
Om te dansen
Niet tussen de druppels door
Maar geraakt door elke natte ziel
En een ander.
Wat kan ik zeggen?
Ik hou er van hoe mijn huid voelt
Als het geraakt word door
Wind, warmte en wateren.
Ik hou er van hoe mijn hoofd voelt
Wanneer de storm dit keer eens niet
Enkel in mijn hoofd voelt.
Het is perfecte destructie,
Het is perfecte opbouw,
Het is de perfecte geur van
Planten die net als ik,
Elke keer weer,
De storm doorstaan.
Daar loop je dan, mijn prins.
Mijn arm in de jouwe gestoken.
Wat ken je mij toch goed.
Als je op dit moment jij mij hier brengt
Om ongebroken
Te zijn.
Ik verbrand nooit mijn slechte momenten,
Ik laat ze los om te veranderen in iets dat beter is
En soms vraag ik mij af,
Leven ze voort in alle planten die opeens omhoog komen?
Die planten die er gisteren nog niet leken te zijn?
Ik hou van de geur van nat gras, mijn prins,
Net als de geur in jouw haar als je net buiten ben geweest.
Ze bringen mij dichter bij wie ik ben.
Je legt een deken op het natte gras
En plaats mij er op, delicaat.
De stilte doorbroken door die gedachten
Die jou jouw maken,
En daardoor mij mij maken
Jij, Geliefder dan mijn geuren.
"Zeg, weet jij misschien wat er mis is met Nietzsche?"
"Alsof ik alles van de wereld weet, mijn liefste."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten