Ik ben een slaapkamer
Van ogen.
Gesloten,
Nooit gericht op mij.
Ik ben een wachtrij
Van mensen
Blik heel stellig
Opzij.
Ik ben een slotje
Van ontkenning
Over de situatie
Van mijn bestaan.
Ik ben een klopje
Op mijn handen.
"Oh we zijn zo
Met je begaan."
Ik ben het kind
Dat je wegschuift
Met hen
Niet gestelde vraag.
Ik ben,
Volgens jullie,
Enkel een knoop
In de maag.
Ik ben de
Opzij gezette rolstoel,
Weer zo ruig
Opzij gezet.
Ik ben het negeren
Van de mensheid
En het negeren
Van de wet.
Ik ben de
"Onaantrekkelijke" slachtoffer
Ongeloofd en
Opnieuw betast.
Ik ben de
Schrikbare statistieken
Die blijven liggen
In de kast.
Ik ben het negeren
Van social distance
Of het nut
Van een quarantaine.
Ik ben het last
Van de economie
Puur omdat
Ik ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten