Ik heb het zwaarste punt in mijn lichaam weer gevonden.
Ik voel hoe ik adem haal
Alsof ik bang ben
Te vergeten
Hoe het moet.
Zachtjes keert mijn maag zich om
Rond de knoop die van binnen.
Schichtig kijk ik om mij heen
En probeer een stilte te vinden
Diep in mij.
Maar elke gat en elke ruimte is gevuld
Met deze overwelmende angst voor de mensen
En de drukte
En de straten
En voor het feit dat ik alleen ben.
Ik voed die wereld
Met donkere gedachten,
Diepe hallucinaties
En schokkende beelden
Verkleefd aan mijn hart
Die vandaag in mijn keel klopt.
Wat nou als?
Wat nou als?
Wat nou als ik iets verkeerd doe?
En ik val
Op een plek
Waar niemand mij terug vind.
Ik dissocieer
Hallucineer
Wederkeer
Ik zou mij vereerd
Voelen
Als niemand mij zag.
Ik tel de littekens op mijn armen
Alsof het mij de rust zal geven die ik zoek.
Wat meer kan ik doen dan wachten
Tot de storm weer zal zakken.
Mensenschuw
Toch glimlachend
Wanneer iemand mij erken.
Maar diep van binnen
Schreeuw ik.
Was ik maar zo gewend aan de mensen als de stenen in een straat
Die elke dag maar weer opnieuw mensen een handje geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten